REEF geeft raad nieuwsbrief
Dit zijn wij, team REEF geeft raad, wij binden, wij boeien en geven iedere maand kennis op juridisch advies met nuttige tips en content.
onze kennis uw groei
Hoever gaat de vrijheid van meningsuiting van de werknemer?
Recent heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de vrijheid van meningsuiting van de werknemer op de werkvloer. In deze zaak ging het om een docente op een school waar een nieuwe onderwijsmethode was ingevoerd. Over deze nieuwe methode heeft deze docente vervolgens, met toestemming van de school, een boek geschreven. In dit boek uitte zij ook enkele kritiekpunten op de onderwijsmethode, maar deze waren niet herleidbaar naar de betreffende school. De school was hier niet blij mee en is vervolgens een procedure gestart om de docente te ontslaan, en met succes. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De docente was het hier niet mee eens. Hierover heeft de Hoge Raad vervolgens uitspraak gedaan.
De Hoge Raad vindt dat de vrijheid van meningsuiting van werknemer mee moet worden gewogen in de beoordeling voor ontslag. Zonder de publicatie van het boek was er namelijk geen ontslag geweest. Er moet dus worden gekeken of het ontslag, als zijnde een inbreuk in de vrijheid van meningsuiting, een gepaste sanctie is.
Volgens de Hoge Raad moet daarvoor worden gekeken naar:
- De aard van de meningsuiting, de werknemer mag namelijk wel kritiek geven maar geen beledigende uitspraken doen.
- De motieven van de werknemer.
- De schade van de werkgever (bijvoorbeeld de vraag of er reputatieschade is).
- De ernst van de sanctie.
Belangrijk is dus om mee te nemen dat het uiten van kritiek door de werknemer in beginsel toelaatbaar is, zolang de fatsoensgrenzen niet worden overschreden. Werknemers moeten dus binnen bepaalde grenzen hun mening kunnen uiten. Doet een dergelijke situatie zich voor bij u op de werkvloer, of heeft u hier nog aanvullende vragen over? Neem dan vooral contact met ons op via onderstaande button!
Belangrijke uitspraak!
Ziek zijn en op vakantie gaan; wat is er veranderd?
Op 17 november 2023 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan op twee vlakken binnen het arbeidsrecht. Hieronder zullen de verschillen uiteen worden gezet!
Voor de uitspraak
- Als een werknemer ziek werd in de periode tussen de aanvraag van de vakantie en de aanvang van de vakantie en werknemer ging op vakantie, dan mochten er vakantiedagen worden afgeschreven.
- Ook was het standpunt dat een werknemer vakantie kon opnemen tijdens ziekte, alleen in zeer uitzonderlijke gevallen werd de werknemer hierin beperkt.
Na de uitspraak
- In de uitspraak is bepaald dat als een werknemer ziek wordt in de periode tussen de aanvraag van de vakantie en de aanvang van de vakantie, de vakantie niet zo maar kunnen worden afgeschreven als vakantiedagen. Dit kan alleen als de werknemer hiermee instemt. Dit geldt voor zowel de situatie dat werknemer daadwerkelijk op vakantie gaat of in zijn geheel niet. Dat een werknemer op vakantie gaat, mag niet worden gezien als instemming.
- Voortaan kunnen alleen nog maar vakantiedagen worden afgeschreven tijdens ziekte als de vakantie ervoor zorgt dat de werknemer weer op kracht kan komen. Is de werknemer dus om medische redenen niet in staat de eigen arbeid te verrichten of andere werkzaamheden te verrichten dan kan werknemer niet herstellen en kunnen er geen vakantiedagen worden opgenomen. Doordat de vakantiedagen niet kunnen worden opgenomen, vervallen vakantiedagen dus ook niet.
Let op: voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt dit niet, houdt er dus rekening mee om hier een onderscheid in te maken!
Het kan dus mogelijk verstandig zijn om de interne systemen hierop aan te passen zodat als het nodig is werknemers om toestemming worden gevraagd. Mocht u hier nog vragen over hebben kunt u contact met ons opnemen!
Heeft u een vraag?
Denkt u bij het lezen: Ik heb ook een brandende vraag! Geef deze aan ons door en wie weet behandelen wij uw vraag als volgende vraag van de maand.
Ik heb de vraag van de maand!