Terug naar overzicht

REEF geeft raad - Wet DBA

De nieuwe wetgeving rondom schijnzelfstandigheid kan gevolgen hebben voor jouw organisatie. Wat betekent dit voor de status van ZZP’ers en werknemers? Lees ons artikel en ontdek hoe je risico’s kunt vermijden en zekerheid kunt creëren voor je bedrijf.

Je kunt er niet meer omheen: de handhaving op deze wetgeving zal het landschap voor ZZP'ers flink veranderen. Verschillende organisaties hebben al aangegeven vanaf 2025 volledig te stoppen met het inhuren van ZZP'ers. We nemen je graag mee in de inzichten die we op dit moment hebben over de ontwikkelingen.

Zelfstandige of niet?

Een interim-manager laat zich inhuren ter vervanging van de zieke manager in loondienst bij de werkgever. De interim-manager is ervaren en kan daardoor snel inspringen. De interim-manager is personeelsverantwoordelijk voor ca. 25 FTE. De cultuur van het bedrijf is om managers relatief vrij te laten en autonoom te laten werken zolang productie op peil blijft, maar het bedrijf kan wel instructies geven. De interim-manager houdt zich aan de kaders van de organisatie en opereert daarbinnen. De interim-manager heeft hiermee doorgaans 2 of 3 fulltime klussen per jaar voor enkele maanden per opdracht. 

Is deze interim-manager ZZP’er of toch werknemer? 

Op basis van bovenstaande informatie kan de interim-manager worden aangemerkt als werknemer. Er is namelijk sprake van aansturing. Anderen zijn namelijk bevoegd om aanwijzingen en instructies te geven aan de interim-manager waar hij zich aan moet houden. Daarbij is er sprake van structureel werk en wordt dit werk ook door managers in loondienst gedaan. Ook is er sprake van een organisatorisch kader waar de manager zich aan moet houden. Dit maakt dat er niet of nauwelijks sprake is van werken voor eigen rekening en risico. Weliswaar betreft het wel een opdracht van relatief korte duur. Dit maakt echter niet dat er gesproken kan worden van zelfstandige. 

 

Beknopte samenvatting inhoud wetsvoorstel VBAR
Het doel van de nieuwe wetgeving is meer zekerheid te scheppen voor (schijn)zelfstandigen en meer wendbaarheid voor echte zelfstandigen. Er moet daarom een duidelijk en hanteerbaar toetsingskader komen om dit te kunnen realiseren. Een verduidelijking van het gezagscriterium zou hieraan moeten bijdragen. Het onderscheid tussen een zelfstandige en een werknemer is gelegen in gezag (werken in dienst van). 

Volgens het huidige voorstel moet het gezagscriterium worden ingevuld door twee hoofdelementen, te weten: 

  1. Werkinhoudelijke en organisatorische sturing en; 

  2. Werken voor eigen rekening en risico. 

Werkinhoudelijke en organisatorische sturing
Heeft opdrachtgever de bevoegdheid om aanwijzingen en instructies te geven over de wijze waarop werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en moet de zelfstandige deze ook opvolgen? Dan is dit een indicatie voor werkinhoudelijke sturing. Ook het feit dat opdrachtgever de werkzaamheden van zelfstandige kan controleren en de bevoegdheid om hierop in te grijpen duiden op werkinhoudelijke sturing. 

En dient de zelfstandige op bepaalde tijdstippen te komen werken en een gedragscode na te leven? Of zijn er meerdere personen binnen de organisatie van opdrachtgever die dezelfde functie als de zelfstandige in loondienst uitoefenen? Al deze omstandigheden duiden op organisatorische sturing. Waardoor er eerder sprake is van schijnzelfstandigheid.  

Werken voor eigen rekening en risico
Bovendien moet een zelfstandige werken voor eigen rekening en risico. Dit betekent dat financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden bij de zelfstandige moeten liggen. Hierbij kan gedacht worden aan debiteurenrisico, aansprakelijkheidsrisico en het afspreken van een totaalprijs bijvoorbeeld. Dit criterium houdt ook in dat de zelfstandige zelf verantwoordelijk is voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen. De zelfstandige wordt eerder als zelfstandige gezien wanneer hij in het bezit is van specifieke opleiding(en), werkervaring, kennis of vaardigheden die niet binnen de organisatie van de opdrachtgever aanwezig is. Ook de duur en omvang van de opdracht zijn van belang bij de beoordeling van de arbeidsrelatie.

Rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst
Ook wordt er mogelijk nog een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst geïntroduceerd op basis van een uurtarief. Het rechtsvermoeden maakt het voor zelfstandige met beperkte onderhandelingsmacht (laag uurtarief) makkelijker om het recht op een arbeidsovereenkomst te claimen bij de opdrachtgever en desnoods bij de rechter. Wanneer de zelfstandige hierop een beroep doet betekent dit niet dat er automatisch een arbeidsovereenkomst ontstaat. Het betreft namelijk een weerlegbaar rechtsvermoeden.

Commentaar Raad van State
De Raad van State heeft onlangs kritiek geuit op het huidige wetsvoorstel omtrent schijnzelfstandigheid. Naar haar mening biedt het wetsvoorstel nog altijd geen duidelijkheid. Het wetsvoorstel gaat volgens de Raad van State de arbeidsmarkt niet fundamenteel hervormen, terwijl dit wel de gedachtegang is achter het wetsvoorstel. Zo wordt het vaste contract niet aangepast en ontbreken er samenhangende hervormingen op het gebied van sociale zekerheid en fiscaliteit.

Tot slot
Het is van belang dat je je goed laat adviseren over het inhuren van ZZP’ers gelet op de nieuwe wetgeving die eraan komt en de Belastingdienst die overgaat tot handhaving van schijnzelfstandigheid. Als werkgever wil je zo min mogelijk risico lopen op het in dienst moeten nemen van een schijnzelfstandige. 

Heb je vragen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem gerust contact met ons op. Wij staan klaar om u te ondersteunen. 

Meer informatie?

Heb jij behoefte aan juridisch advies of wil je meer informatie? Neem dan contact op met:

Sara Mentink
Bedrijfsjurist